STATUTEN NOVEX

Artikel 1

Beqripsbepalingen

1.1 In de statuten wordt verstaan onder:

(a) “Stichting”:  de Stichting Certificering Executeurs (SCE), ingeschreven in het Handelsregister onder nummer 34372506;

(b) “Vereniging”: de vereniging als bedoeld in artikel 2, lid 1 van deze-­ statuten;

(c) ”Gecertificeerd lid”:  een lid  van de Vereniging  die door de Stichting is­ gecertificeerd;

(d) ”Niet-gecertificeerd lid”:  een lid  van de Vereniging die niet door de-­ Stichting is gecertificeerd;

(e) ”Boek  2″:  Boek 2 van het  Burgerlijk Wetboek;

(f) ”Algemene Vergadering”: de algemene ledenvergadering als orgaan­ van de Vereniging, alsook bijeenkomsten van dit orgaan;

(g) “Schriftelijk”: per e-mail, per telefax of via enig ander telecommunicatiemiddel dat in staat is geschreven tekst leesbaar en   reproduceerbaar over te brengen.

1.2 Tenzij anders blijkt of kennelijk anders is bedoeld sluit een verwijzing naar­ een begrip of woord in het enkelvoud een verwijzing naar de meervoudsvorm­ van dit begrip of woord in en omgekeerd.

1.3 Tenzij anders blijkt of kennelijk anders is bedoeld sluit een verwijzing naar- het mannelijk geslacht een verwijzing naar het vrouwelijke geslacht in en omgekeerd.

Artikel 2

Naam en zetel

2.1 De Vereniging draagt de naam: Nederlandse Organisatie voor Executeurs (NOVEX).

2.2 De Vereniging is gevestigd in de gemeente Amsterdam.­

Artikel 3

Doel

3.1. De Vereniging heeft ten doel:
a. verbreden van de kennis bij  het  publiek omtrent de bevoegdheden,­ taken en werkzaamheden van executeurs en/of levensexecuteurs en/of­ vereffenaars;
b. het bevorderen  van de vakbekwaamheid van executeurs en/of levensexecuteurs en/of vereffenaars en een professionele taakuitoefening door executeurs en/of levensexecuteurs en/of vereffenaars, in de ruimste zin;
c. het bieden van een referentiekader voor interdisciplinair overleg en­ kennisuitwisseling;
en voorts al hetgeen in de ruimste zin met één en ander verband houdt, daartoe behoort en/of daartoe bevorderlijk kan zijn.

3.2 De Vereniging tracht haar doel onder meer te bereiken  door:
a. het geven van informatie en voorlichting;
b. het organiseren van workshops, congressen en symposia;
c. het bevorderen  van:
– het opstellen van kwaliteits- en integriteitseisen voor executeurs-­ en/of levensexecuteurs en/of vereffenaars;
– het aan de hand van opgestelde  kwaliteits-  en integriteitseisen certificeren van executeurs en/of levensexecuteurs en/of vereffenaars;
– het periodiek monitoren van gecertificeerde executeurs en/of levensexecuteurs en/of vereffenaars;
d. het verzorgen van opleidingen/scholing.

Artikel 4

Leden

4.1 Leden zijn natuurlijke personen die zich als lid bij het bestuur hebben ­aangemeld en door het bestuur als zodanig tot de Vereniging zijn toegelaten.­ Ingeval van niet-toelating door het bestuur kan de Algemene Vergadering alsnog tot toelating besluiten.

4.2 De Vereniging kent Gecertificeerde leden en Niet-gecertificeerde Waar­ in deze statuten wordt gesproken over leden of lid worden/wordt daaronder­ verstaan zowel Gecertificeerde leden als Niet-gecertificeerde leden.

4.3 Bij toelating ontvangt het Lid de statuten en reglementen van de ­ Deze statuten en reglementen zijn tevens raadpleegbaar op de website van­ de Vereniging.

4.4 Leden van de Vereniging zijn onder meer verplicht de statuten, reglementen- en besluiten van de Vereniging en haar organen na te leven. ­

Artikel 5

Het lidmaatschap is persoonlijk en mitsdien niet vatbaar voor overdracht of­ overgang, noch kunnen daarop beperkte rechten worden gevestigd.

Artikel 6

6.1 Het lidmaatschap eindigt:
a. door de dood van het lid;  ­
b. door opzegging door het lid;
c. door opzegging door de Vereniging;
d. door ontzetting.

6.2 Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan slechts geschieden tegen­ het einde van een boekjaar, mits Schriftelijk en met inachtneming van een­ opzeggingstermijn van ten minste vier weken.
Indien een opzegging niet tijdig heeft plaatsgehad, loopt het lidmaatschap­ door tot het einde van het eerstvolgende boekjaar.

6.3 In afwijking  van het bepaalde in het voorgaande  lid is onmiddellijke beëindiging door een lid van zijn lidmaatschap door opzegging – mits ­Schriftelijk gedaan – mogelijk, indien redelijkerwijs van het lid niet gevergd­ kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.

Voorts kan een lid zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen – mits Schriftelijk – binnen een maand nadat hem een besluit is meegedeeld tot omzetting van de Vereniging in een andere rechtsvorm, tot fusie of tot splitsing, zulks tenzij hij in de vergadering waarin het betreffende voorstel­ werd behandeld  vóór dit  voorstel stemde.

6.4 Een lid kan zijn lidmaatschap niet met onmiddellijke ingang opzeggen, en-­ aldus een desbetreffend besluit te zijnen aanzien buiten toepassing stellen,­ nadat hem een besluit tot verzwaring van zijn geldelijke verplichtingen of van­ andere verplichtingen die hem bij of krachtens deze statuten kunnen worden­ opgelegd of waarbij de hem bij of krachtens de statuten toegekende rechten­ zijn verzwaard, is meegedeeld of bekend geworden.

6.5 Opzegging door de Vereniging van het lidmaatschap geschiedt door het­ bestuur, Schriftelijk en met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten­ minste vier weken­. Opzegging van het lidmaatschap door de Vereniging kan plaatsvinden in de­ volgende gevallen:
– wanneer het lid zijn verplichtingen jegens de Vereniging niet nakomt;
– wanneer het lid heeft opgehouden te voldoen aan de vereisten die op­ dat moment door de statuten voor het lidmaatschap worden gesteld;
– wanneer het redelijkerwijs van de Vereniging niet verlangd kan worden­ het  lidmaatschap  te  laten  voortduren,
alsmede in de eventueel overige in de wet bepaalde gevallen.
Het bepaalde in lid 2, laatste zin en lid 3, eerste zin van dit artikel is van overeenkomstige   toepassing.

6.6 Ontzetting uit het lidmaatschap kan alleen worden uitgesproken wanneer een­ lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de Vereniging af­ haar organen handelt of nalaat, zoals onder meer in het geval van de ondanks betalingsherinnerlng niet of niet-tijdige betaling door het lid van zijn­ jaarlijkse bijdrage, of wanneer een lid de Vereniging op onredelijke wijze-­ benadeelt. De ontzetting geschiedt door het bestuur, tenzij in het kwaliteitsreglement anders is bepaald. Het betrokken lid wordt ten spoedigste van het besluit, met opgave van redenen, in kennis gesteld. De betrokkene is­ bevoegd binnen een maand na ontvangst van de kennisgeving in beroep te­ gaan bij de Algemene Vergadering, tenzij in het kwaliteitsreglement anders is­ bepaald. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid-­ geschorst.

6.7 Wanneer het lidmaatschap in de loop van een boekjaar eindigt, blijft­ desniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel door het lid verschuldigd.

6.8 Het bestuur kan een lid dat handelt of nalaat in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de Vereniging of de Vereniging op onredelijke­ wijze benadeelt De schorsing van een lid vervalt, indien het bestuur niet binnen drie maanden na de datum van ingang van de schorsing­ besluit tot ontzetting uit het lidmaatschap, tot opheffing of handhaving van­ de schorsing. Een schorsing kan eenmaal voor ten hoogste drie maanden-­ worden gehandhaafd, ingaande op de datum waarop het besluit tot­ handhaving van de schorsing werd genomen. Het bepaalde in lid 6 met­ betrekking tot beroep is van overeenkomstige toepassing. ­De klachtencommissie en de commissie van toezicht zijn eveneens bevoegd­ tot schorsing van een lid, hetgeen nader is uitgewerkt in het kwaliteitsreglement.

6.9 De Vereniging draagt er zorg voor dat leden de voor opzegging van het­ lidmaatschap noodzakelijke informatie eenvoudig kunnen De informatie wordt in ieder geval opvallend vermeld op de hoofdpagina van de­ website.

Artikel 7

Donateurs

7.1 Donateurs zijn zij die door het bestuur als zodanig tot de Vereniging zijn toegelaten en die een jaarlijkse bijdrage aan de Vereniging voldoen, waarvan­ het beloop door het bestuur wordt vastgesteld en kan worden gewijzigd.­ Het bestuur kan de bijdragen van donateurs op verschillende bedragen­ vaststellen per door het bestuur vast te stellen categorie van donateurs.

7.2 Het bestuur is te allen tijde bevoegd het donateurschap door Schriftelijke opzegging te doen eindigen.

7.3 Het bestuur kan aan de donateurs rechten toekennen.

 

Artikel 8

Geldmiddelen

8.1 De geldmiddelen van de Vereniging bestaan uit de jaarlijkse bijdragen van de leden en de donateurs, eventuele entreegelden, erfstellingen, legaten,­ schenkingen en andere inkomsten. Erfstellingen kunnen door de Vereniging­ slechts worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving.

8.2 Ieder lid is een jaarlijkse bijdrage aan de Vereniging verschuldigd, waarvan­ het bedrag op voorstel van het bestuur wordt vastgesteld door de Algemene­ Vergadering.

8.3 De Algemene Vergadering kan op voorstel van het bestuur bepalen dat­ nieuwe leden een entreegeld verschuldigd zijn. Indien de Algemene Vergadering zodanig besluit neemt stelt zij, op voorstel van het bestuur,­ tevens het bedrag van het entreegeld vast.

BESTUUR

Artikel 9

Benoeming. schorsing en ontslag; belet of ontstentenis

9.1 Het bestuur bestaat uit ten minste drie en ten hoogste negen personen, die­ uithun midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester aanwijzen.
Het bestuur kan uit zijn midden een dagelijks bestuur benoemen.

9.2 De bestuurders worden  door de Algemene Vergadering benoemd. ­De Algemene Vergadering stelt, binnen de grenzen van het in lid 1 van dit-­ artikel bepaalde, het aantal leden van het bestuur vast.
De meerderheid van het bestuur bestaat uit leden van de Vereniging.

9.3 Bestuurders kunnen te allen tijde door de Algemene Vergadering worden geschorst en ontslagen. Terzake van schorsing, handhaving of opheffing van­ de schorsing of ontslag besluit de Algemene Vergadering met een ­meerderheid van ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen. Het­ betrokken bestuurslid wordt in de gelegenheid gesteld zich in een Algemene­ Vergadering te verantwoorden. Daarbij kan hij zich doen bijstaan door een­ raadsman.

9.4 De schorsing van een bestuurslid vervalt, indien de Algemene Vergadering­ niet binnen drie maanden na de datum van ingang van de schorsing besluit­ tot ontslag, tot opheffing of handhaving van de schorsing. Een schorsing kan­ eenmaal voor ten hoogste drie maanden worden gehandhaafd, ingaande op­ de datum waarop het besluit tot handhaving van de schorsing werd genomen.

9.5 Bestuurders worden benoemd voor een periode van maximaal drie jaar.­ Onder een jaar wordt ten deze verstaan de periode tussen twee opeenvolgende jaarlijkse Algemene Vergaderingen.
De bestuurders treden af volgens een door het bestuur op te maken rooster.
Een volgens het rooster aftredende bestuurder is maximaal tweemaal­ onmiddellijk herbenoembaar.

9.6 Geen lid van het bestuur kunnen zijn:­
(a) personen, die een onevenredig  (persoonlijk)  belang (kunnen) hebben  bij- de Vereniging uit hoofde van een zakelijke en/of familierelatie;
(b) personen, die het vrije beheer over hun vermogen hebben verloren, en­
(c) leden van de Raad van Advies; ­
(d) leden van de commissie  van toezicht.

9.7 Een bestuurslid ten aanzien waarvan zich een onverenigbaarheid als bedoeld­ in dit artikel voordoet, dient het bestuur hiervan onverwijld op de hoogte te­ stellen. Het bestuur informeert hieromtrent op de eerst mogelijke vergadering de Algemene Vergadering. Totdat door de Algemene Vergadering­ is beslist omtrent de positie van een bestuurslid als in dit artikellid bedoeld,­ onthoudt een dergelijk bestuurslid zich van stemming in de vergaderingen­ van het bestuur. Totdat het bestuur anders beslist, woont een bestuurslid als­ bedoeld in dit artikellid de vergaderingen van het bestuur bij als waarnemer,­ zulks afhankelijk van een beslissing van de Algemene Vergadering omtrent­ diens positie als bestuurslid.

9.8 Een lid  van het bestuur defungeert:
(a) door zijn overlijden;
(b) doordat hij  failliet wordt  verklaard of hem surséance van betaling  wordt­ verleend dan wel de schuldsaneringregeling natuurlijke personen op hem­ – al dan niet voorlopig – van toepassing wordt verklaard;
(c) door zijn ondercuratelestelling;
(d) indien zijn vermogen geheel onder beschermingsbewind of afwezigheidsbewind wordt gesteld;
(e) door zijn periodiek aftreden; ­
(f)door zijn vrijwillig aftreden (bedanken);
(g) door zijn ontslag door de rechtbank;
(h) door zijn ontslag verleend door de Algemene  Vergadering.

9.9 In vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien. Een niet voltallig bestuur­ behoudt zijn bevoegdheden.

Bij ontstentenis of belet van alle bestuursleden of van het enig (overgebleven)  lid van het bestuur wordt het bestuur  waargenomen  door één­ persoon die daartoe door de Algemene Vergadering, al dan niet uit zijn­ midden, is of wordt aangewezen. Gaat de Algemene Vergadering niet binnen­ twee weken tot  een zodanige aanwijzing over dan wordt het bestuur waargenomen door de persoon die daartoe door de voorzieningenrechter van­ de rechtbank binnen wiens rechtsgebied de Vereniging statutair is gevestigd,­ op verzoek van één of meer belanghebbende(n) is of wordt aangewezen. Bij ontstentenis of belet van één of meer leden van het bestuur, niet zijnde­ alle bestuursleden of de enige (overgebleven) bestuurder, nemen de ­overblijvende leden, of neemt het overblijvende lid het gehele bestuur  waar.

9.10 Het bestuur kan een reglement vaststellen waarin het zijn werkwijze, waaronder begrepen de besluitvorming, nader regelt.

9.11 Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat strijdig is­ met het belang van de Vereniging en de daaraan verbonden organisatie. De­ betreffende bestuurder is verplicht van een tegenstrijdig belang als in de­ vorige volzin bedoeld onverwijld mededeling te doen aan de andere bestuurder(s). Wanneer alle bestuurders of de enige bestuurder een tegenstrijdig belang als in de vorige volzin bedoeld heeft, wordt het besluit­ genomen door de Algemene Vergadering.

Artikel  10

Taak en bevoegdheden

10.1 Het bestuur is belast met het besturen van de Vereniging.
Het dagelijks bestuur, zo dit er is, is belast met de dagelijkse leiding van de­ Vereniging.
Het bestuur kan, tot wederopzegging, taken en bevoegdheden delegeren aan­ het dagelijks  bestuur.

10.2 Het bestuur is, behoudens het in lid 3 van dit artikel bepaalde, mede bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het verkrijgen, vervreemden of­ bezwaren van registergoederen en tot het sluiten van overeenkomsten,- waarbij de Vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt,­ zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld­ van een derde verbindt.

10.3 Het bestuur behoeft de goedkeuring van de Algemene Vergadering voor het­ aangaan van overeenkomsten, waarbij de Vereniging zich als borg of ­hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich­ tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt.

10.4 Het ontbreken van de in het voorgaande lid voorgeschreven goedkeuring tast­ de vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuur of van bestuurders niet aan.

Artikel 11

Vertegenwoordiging

11.1 Het bestuur vertegenwoordigt de Vereniging, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit.

11.2 De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt bovendien toe aan de voorzitter­ handelend tezamen met de secretaris of de penningmeester, alsook aan de­ secretaris handelend tezamen  met  de penningmeester.

11.3 Het bestuur kan besluiten tot de verlening van volmacht aan één of meer-­ bestuurders, alsook aan anderen, zowel gezamenlijk als afzonderlijk, om de­ Vereniging binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.

11.4 In alle gevallen waarin de Vereniging een tegenstrijdig belang heeft met een- of meer bestuurders kan de Algemene Vergadering een of meer personen-­ aanwijzen om de Vereniging te vertegenwoordigen.

Artikel 12

Raad van Advies 

12.1 De Algemene Vergadering kan een Raad van Advies instellen.

12.2 De Raad van Advies adviseert op verzoek dan wel ongevraagd het  bestuur.

12.3 Bij de vervulling van zijn taak richten de leden van de Raad van Advies zich­ naar het belang van de Vereniging en de met haar verbonden organisatie.

12.4 In de Raad van Advies kunnen alleen oud-bestuursleden van de Vereniging­ en de Stichting zitting krijgen.

12.5 De benoeming van leden van de Raad van Advies geschiedt voor de eerste­ maal door de Algemene vergadering.

12.6 De benoeming geschiedt vervolgens door de Raad van Advies zelf, nadat­ advies is ingewonnen bij het bestuur.

12.7 De schorsing en het ontslag van leden van de Raad van Advies geschiedt­ door de Algemene Vergadering, nadat advies is ingewonnen bij het bestuur­ en de (overige) zittende leden van de Raad van Advies.

12.8 De Algemene Vergadering kan op elk moment besluiten de Raad van Advies­ op te heffen.

12.9 De Raad van Advies regelt zelf zijn werkwijze en stelt zijn eigen vergaderfrequentie vast.

12.10 De Raad van Advies stelt desgewenst zelf een reglement vast, welk ­reglement niet in strijd mag zijn met de wet, deze statuten en door het­ bestuur of de Algemene Vergadering vastgestelde reglementen.

12.11 Een lid van de Raad van Advies defungeert: ­
(a) door zijn overlijden;
(b) doordat hij  failliet wordt verklaard of hem surséance  van betaling wordt­ verleend dan wel de schuldsaneringregeling natuurlijke personen op hem – al dan niet voorlopig – van toepassing  wordt verklaard;
(c) door zijn ondercuratelestelling; ­
(d) indien zijn vermogen geheel onder beschermingsbewind of-afwezlgheidsbewind wordt gesteld;
(e) door zijn periodiek aftreden, indien hij voor bepaalde tijd is benoemd;­
(f) door zijn vrijwillig aftreden (bedanken); ­
(g) door zijn ontslag verleend door de Algemene Vergadering;
(h) door het bereiken van de honderdjarige leeftijd.

12.12 De leden van de Raad van Advies genieten geen beloning voor hun werkzaamheden.

Artikel 13

Klachtencommissie

13.1 De Vereniging heeft een klachtencommissie.

13.2 De klachtencommissie is een orgaan van de Vereniging en eveneens van de­ Stichting.

13.3 (a) De klachtencommissie is onder meer belast met het in eerste aanleg behandelen van klachten wegens overtreding van de wet, de statuten,­ reglementen en besluiten van de Vereniging en haar organen.
(b) Een beslissing als hiervoor in sub a bedoeld heeft de rechtskracht van­ bindend advies.

13.4 De klachtencommissie kan in verband met een klacht de disciplinaire­ maatregelen opleggen zoals opgenomen in het kwaliteitsreglement.

13.5 De benoeming, schorsing, ontslag, samenstelling, taken, bevoegdheden,­ werkwijze, inrichting van procedures en besluitvorming van de klachtencommissie zullen door de Algemene Vergadering worden vastgesteld­ in een kwaliteitsreglement. Het besluit tot vaststelling of wijziging van het­ kwaliteitsreglement behoeft de voorafgaande goedkeuring van het bestuur­ van de Vereniging en het bestuur  van de Stichting.

Artikel 14

Commissie van toezicht

14.1 De Vereniging heeft een commissie van toezicht.

14.2 De commissie van toezicht is een orgaan van de Vereniging en eveneens van­ de Stichting.

14.3 (a) De commissie van toezicht is onder meer belast met het in tweede aanleg (“beroep”) behandelen van klachten wegens overtreding van de­ wet, de statuten, reglementen en besluiten van de Vereniging en haar- organen.
(b) De commissie van toezicht heeft niet tot  taak toezicht te houden op het­ beleid van het bestuur en de algemene gang van zaken van de Vereniging. Zij is derhalve geen toezichthoudend orgaan in de zin van de wet.

14.4 De commissie van toezicht kan besluiten de uitspraak van de ­klachtencommissie te bekrachtigen of te vernietigen. In geval van vernietiging van een besluit van de klachtencommissie is de commissie van­ toezicht bevoegd zelf de disciplinaire maatregelen op te leggen zoals opgenomen in het kwaliteitsreglement.

14.5 De benoeming, schorsing, ontslag, samenstelling, taken, bevoegdheden, werkwijze, inrichting van procedures en besluitvorming van de commissie-­ van toezicht zullen door de Algemene Vergadering worden vastgesteld in een­ Het besluit tot vaststelling of wijziging van het kwaliteitsreglement behoeft de voorafgaande goedkeuring van het bestuur­ van de Vereniging en het bestuur van de Stichting.

14.6 De commissie kan op verzoek van het bestuur aan deze advies uitbrengen­ en/of onderzoek instellen omtrent de reglementering van de Stichting, het­ toezicht op naleving, en prudentieel en gedragstoezicht op ­ Het bestuur is niet gehouden adviezen van de commissie op te volgen.

Artikel 15

Overige commissies

Zowel het bestuur als de Algemene Vergadering is bevoegd een of meer overige-­ commissies in te stellen, waarvan de taken en bevoegdheden alsdan zullen worden­ vastgesteld bij (huishoudelijk) reglement

ALGEMENE  VERGADERING

Artikel 16

Bijeenroeping

16.1 Het bestuur roept de Algemene Vergadering bijeen, zo dikwijls het dit­ wenselijk oordeelt, of wanneer het daartoe volgens de wet of de statuten- gehouden is.

16.2 Op Schriftelijk verzoek van ten minste een zodanig aantal leden als bevoegd­ is tot het uitbrengen van één tiende gedeelte van de stemmen in een voltallige Algemene Vergadering, is het bestuur verplicht tot het bijeenroepen­ van een Algemene Vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken.
Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven,­ kunnen de verzoekers zelf tot de bijeenroeping, overeenkomstig het bepaalde in lid 3 van dit artikel, van de Algemene Vergadering overgaan.

16.3 De bijeenroeping van de Algemene Vergadering geschiedt door Schriftelijke­ mededeling aan de stemgerechtigden op een termijn van ten minste zeven­ In spoedeisende gevallen, ter beoordeling van de voorzitter van het­ bestuur, kan de termijn van oproeping worden beperkt tot ten minste ­vierentwintig uur.
Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld.

16.4 Indien geen Schriftelijke bijeenroeping van de Algemene Vergadering­ plaatsvond, kan de Algemene Vergadering niettemin rechtsgeldige besluiten­ nemen, mits ten minste een zodanig aantal stemgerechtigde leden ter vergadering aanwezig is als is gerechtigd tot het uitbrengen van de helft van­ het aantal stemmen dat in een voltallige vergadering kan worden uitgebracht­ en geen van hen, noch het bestuur, zich tegen besluitvorming verzet.
Indien bijeenroeping van de Algemene Vergadering geschiedde op kortere­ dan de voorgeschreven termijn, kan de Algemene Vergadering niettemin­ rechtsgeldige besluiten nemen, tenzij een zodanig aantal van de aanwezigen­ als gerechtigd is tot het uitbrengen in die vergadering van ten minste ééntiende gedeelte van de stemmen zich daartegen verzet.
Het bepaalde in de eerste zin van dit lid is van overeenkomstige toepassing­ op besluitvorming door de Algemene Vergadering inzake onderwerpen die­ niet op de agenda  werden vermeld.

Artikel 17

Toegang tot en leiding van de Algemene Vergadering

17.1 Toegang tot de Algemene Vergadering hebben de leden die niet geschorst­ zijn, de personen die deel uitmaken van de organen van de Vereniging, alsmede degenen, die daartoe door het bestuur en/of de Algemene ­Vergadering zijn uitgenodigd.
Een geschorst lid heeft toegang tot de Algemene Vergadering waarin het­ besluit tot schorsing, tot opheffing of handhaving van de schorsing wordt-­ behandeld en is bevoegd daarover het woord te voeren.

17.2 Indien een lid zich in een Algemene Vergadering wil doen vertegenwoordigen, dient hij Schriftelijk een daartoe strekkende volmacht te verlenen, die moet­ worden overhandigd aan de voorzitter van de betrokken vergadering. Een lid­ kan voor niet meer dan twee leden als gevolmachtigde optreden.

17.3 De Algemene Vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het­ bestuur of, bij diens afwezigheid, door een door het bestuur, al dan niet uit­ zijn midden, aan te wijzen persoon. Zijn geen bestuurders aanwezig, dan­ voorziet de vergadering zelf in haar leiding.

17.4 De voorzitter van de betrokken vergadering bepaalt de wijze waarop de­ stemmingen in de Algemene Vergadering worden gehouden.

17.5 Het door de voorzitter van de betrokken  vergadering ter Algemene Vergadering uitgesproken oordeel omtrent de uitslag van een stemming is­ beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit,­ voorzover werd gestemd over een niet Schriftelijk vastgelegd voorstel.

17.6 Van het ter Algemene Vergadering verhandelde worden notulen gehouden­ door de secretaris of door een door de voorzitter van de betrokken vergadering aangewezen persoon. Deze notulen worden in dezelfde of in een volgende Algemene Vergadering­ vastgesteld en ten blijke daarvan door de voorzitter en de notulist van die­ vergadering ondertekend.

Artikel 18

Stemrecht. Besluitvorming

18.1 Alle leden die niet zijn geschorst, hebben in een Algemene Vergadering één stem.

18.2 Alle besluiten waaromtrent bij de wet of bij deze statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven, worden genomen bij volstrekte meerderheid­ van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen over zaken is het­ voorstel verworpen. Staken de stemmen bij verkiezing van personen, dan­ beslist het lot. ­
Indien bij verkiezing tussen meer dan twee personen door niemand een­ volstrekte meerderheid is verkregen, wordt herstemd tussen de twee ­personen, op wie het grootste aantal stemmen werd uitgebracht, zo nodig na­ tussenstemming.

18.3 Stemmen die voorafgaand aan de Algemene Vergadering via een elektronisch· communicatiemiddel worden uitgebracht, doch niet eerder dan op de ­dertigste dag voor die vergadering, worden gelijkgesteld met stemmen die­ ten tijde van de vergadering worden uitgebracht.
De Algemene Vergadering is bevoegd in het huishoudelijk reglement voorwaarden te stellen aan het gebruik van het elektronisch communicatiemiddel.
Een stem die op hiervoor bedoelde wijze is uitgebracht, kan niet worden­ herroepen.

18.4 Indien zulks bij de oproeping is vermeld, is ieder lid bevoegd om, in persoon­ of bij Schriftelijk gevolmachtigde, door middel van een elektronisch ­communicatiemiddel, rechtstreeks kennis te nemen van de verhandelingen­ ter Algemene Vergadering en het stemrecht uit te oefenen, mits het lid via het elektronisch communicatiemiddel kan worden geïdentificeerd, rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen ter vergadering en het stemrecht kan uitoefenen.
Voor het houden van de in de vorige zin bedoelde vergadering is niet vereist­ dat het lid via het elektronisch communicatiemiddel kan deelnemen aan de­ beraadslaging.
De Algemene Vergadering is bevoegd in het huishoudelijk reglement ­voorwaarden te stellen aan het gebruik van het elektronisch communicatiemiddel. Indien de Algemene Vergadering daarvan gebruik heeft­ gemaakt, worden de voorwaarden bij de oproeping bekend gemaakt.

18.5 Een eenstemmig besluit van al degenen, die in de Algemene Vergadering stemgerechtigd zijn, ook al zijn zij niet in een vergadering bijeen, heeft, mits­ met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de Algemene

Artikel 19

Boekjaar. Jaarvergadering

19.1 Het boekjaar van de Vereniging is het kalenderjaar.

19.2 Het bestuur brengt op een Algemene Vergadering (de “Jaarvergadering”)­ binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van­ deze termijn door de Algemene Vergadering, een jaarverslag uit over de gang van zaken in de Vereniging en over het gevoerde beleid. Het bestuur­ legt in de Jaarvergadering de balans en een staat van baten en lasten met­ een toelichting ter goedkeuring aan de vergadering over. Deze stukken worden ondertekend door de bestuurders; ontbreekt de ondertekening van één of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt.

Artikel 20

Statutenwijziging

20.1 Wijziging van de statuten kan slechts plaatshebben door een besluit van de Algemene Vergadering, waartoe werd opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.

20.2 Zij, die de oproeping tot de Algemene Vergadering ter behandeling van een­ voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen­ voor de dag van de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de­ voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte­ plaats voor de leden ter inzage leggen tot na de afloop van de dag, waarop­ de vergadering werd gehouden.

20.3 Tot wijziging van de statuten kan door de Algemene Vergadering slechts­ worden besloten met een meerderheid van ten minste twee derde van het­ aantal uitgebrachte stemmen.

20.4 De statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte­ is opgemaakt.
Het bestuur alsmede tot vertegenwoordiging van de Vereniging bevoegde­ bestuurders zijn tevens bevoegd de akte van statutenwijziging te doen verlijden.

20.5 Het bepaalde in de leden 1 en 2 van dit artikel is niet van toepassing, indien ter Algemene Vergadering alle stemgerechtigden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en het besluit tot statutenwijziging met algemene­ stemmen wordt genomen.

20.6 De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de akte van­ statutenwijziging en een volledig doorlopende tekst van de statuten, zoals-­ deze na de wijziging luiden, neer te leggen ten kantore van het door de­ Kamer van Koophandel gehouden handelsregister.

Artikel 21

Ontbinding en vereffening

21.1 Het bepaalde in artikel 20 leden 1, 2, 3 en 5 is van overeenkomstige toepassing op een besluit van de Algemene Vergadering tot ontbinding van­ de Vereniging.

21.2 De Algemene Vergadering stelt bij haar in het vorige lid bedoelde besluit de­ bestemming vast van het batig saldo, en wel zoveel mogelijk in overeenstemming met het doel van de Vereniging.

21.3 De vereffening geschiedt door de bestuurders.

21.4 Na de ontbinding blijft de Vereniging voortbestaan voor zover dit tot ­vereffening van haar vermogen nodig is.
Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten voor zoveel­ mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de Vereniging-­ uitgaan, moeten aan haar naam worden toegevoegd de woorden “in liquidatie”.

21.5 De Vereniging houdt op te bestaan op het tijdstip waarop geen aan haar dan­ wel aan de vereffenaars bekende baten meer aanwezig zijn. De vereffenaars­ doen van het ophouden te bestaan van de Vereniging opgave aan de ­registers waar de Vereniging is ingeschreven.

21.6 De boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden Vereniging moeten na afloop van de vereffening worden bewaard gedurende­ de wettelijk voorgeschreven termijn. Bewaarder is degene die door de ­vereffenaars als zodanig wordt aangewezen. Binnen acht dagen na het ingaan van zijn bewaarplicht moet de bewaarder­ zijn naam en adres opgeven aan de registers waarin de Vereniging was ingeschreven.

Artikel 22

Reglementen

22.1 De Algemene Vergadering kan, behoudens het bepaalde In artikel 9 lid 10, één of meer reglementen, waarin onderwerpen worden geregeld waarin deze­ statuten niet of niet volledig voorzien, vaststellen en wijzigen.

22.2 Een reglement mag geen bepalingen bevatten, die strijdig zijn met de wet of­ met deze statuten.

22.3 Op de besluiten tot vaststelling en tot wijziging van een reglement is het– bepaalde in artikel 20 leden 1, 2 en 5 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 23

Slotbepaling

In alle gevallen waarin zowel de wet als deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur.